Hoe herkent u de bruine rat?
De bruine rat is een stevig (log, lomp) gebouwd dier met een stompe snuit en grote kraalachtige ogen. Hij is tussen de 18 en 22 centimeter lang, en zijn staart is ongeveer even lang als het lichaam. De draagtijd van deze rat is 22 - 24 dagen, en ze kan maximaal 15 keer werpen, waarna gemiddeld 8 jongen worden geboren. Na ongeveer 3 maanden zijn de jongen geslachtsrijp. De bruine rat is een uitstekende zwemmer en kan redelijk klimmen. Hij leeft vanuit riolen en/of sloten en dringt van hieruit gebouwen binnen. Het zijn alleseters, ze eten echter voornamelijk graan, knolgewassen en vlees (o.a. huismuizen, kuikens en jonge eenden). De keutels van de bruine rat zijn te herkennen aan een stomp uiteinde en ze zijn +/- 1.8 centimeter lang.
De zwarte rat is ranker gebouwd dan de bruine rat (en met een spitsere snuit). De staart is ongeveer 25 centimeter lang, terwijl de lichaamslengte tussen de 16 en 23 centimeter bedraagt. In een geschikte omgeving plant de zwarte rat zich het hele jaar voort, waarbij het
vrouwtje drie tot zes nesten van elk tussen de zes en tien jongen produceert. In het verleden kwam de zwarte rat minder vaak in Nederland voor, maar we zien hem tegenwoordig steeds meer, o.a. in Brabant op sommige veehouderijbedrijven, en verder in sommige havens. De zwarte rat houdt meer van plantaardig voedsel dan de bruine en voelt zich niet zo thuis in vochtige riolen. In stallen kan je deze dieren vaker aantreffen op hogere plekken dan de bruine rat. De keutels van de zwarte rat zijn spits aan het uiteinde en kleiner dan die van de bruine rat, zo'n 1.2 centimeter groot.
Daarnaast kunt u de bruine rat ook verwarren met de huismuis. De huismuis verblijft meestal binnen of in de nabije omgeving van gebouwen en trekken vaak in het najaar de gebouwen in. Ze worden gemiddeld niet ouder dan een jaar. Een vrouwtje werpt echter in dat ene jaar gemiddeld 6-10 keer, waaruit ongeveer vijf jongen worden geboren. Deze jongen zijn na 2 maanden geslachtsrijp. Huismuizen zijn uitstekende klimmers, en ze kunnen ook goed springen (tot ongeveer 35 cm hoogte). Het zijn alleseters, maar ze hebben een duidelijke voorkeur
voor granen, peulvruchten, noten. In stallen kunnen ze vaak rond voerstations kunnen aangetroffen worden. De keutels van de huismuis kunnen het best worden omschreven als hagelslag: keutels zijn spits en +/- 0.6 centimeter groot.